Verbeteren van het OV door frequenties en materieel aan te passen

Verbetering van het OV-netwerk op regionale schaal door frequentieverhoging en een robuustere materieelinzet.

Als we de Stadsregio Amsterdam spiegelen aan andere grote en middelgrote stedelijke regio's in het buitenland moet het goed mogelijk zijn om een structureel hogere frequentie aan te bieden op het spoor. Denk aan een kwartierdienst als de treindiensten worden doorgetrokken over het Centraal Station Amsterdam heen naar plaatsen als Hilversum of Breukelen. Zo ontstaat in combinatie met de Amsterdamse metro een regionaal stadsgewestelijk netwerk. Er lijken geen of weinig investeringen voor nodig, alleen samenwerking, aanpassing aansturing en een dosis durf. Consequentie is waarschijnlijk wel dat de Sprinters uit Uitgeest-Beverwijk in Haarlem moeten eindigen en dat reizigers moeten overstappen naar de Zandvoort-Sprinters of de Intercity's.
Tweede idee is het robuuster maken van de aangeboden capaciteit van het materieel. Het is nu totaal onbegrijpelijk wanneer een trein op het traject naar Zandvoort één of twee treinstellen krijgt en wanneer in de drie zomermaanden extra treinen worden ingezet. Vaak zie je in de spitsen treinen van één stel rijden en op daluren treinen van twee stellen. Het lijkt sprake van willekeur en gebruik van materieel dat er op dat moment voorhanden is. daar zou eens goed naar gekeken kunne worden hoe dit beter kan. Dat moet en kan anders.
Een derde, geheel ander onderdeel van het regionale netwerk kan zijn het op zomerse dagen doortrekken van de buslijn 300 (voorheen Zuidtangent geheten) via de Zeeweg naar Zandvoort. Er is al ervaring mee opgedaan bij de F1-dagen.
Ten slotte: op zondagen de frequentie van lijn 80 weer terugbrengen naar elk kwartier. Natuurlijk was er begrip voor dat de coronapandemie leidde tot aanpassing van de dienstregeling, maar zeker in het zomerseizoen is een kwartierverbinding een vereiste.